vrijdag 20 maart 2015



Videofeedback tijdens de les lichamelijke opvoeding:


Zien we wat we zien, of wat we willen zien?


Samenvatting

In het artikel ‘Move it, Tape it, Watch it, Scroll it, Save it, Use it’ focussen Tijtgat et al. (2014) op het gebruik van videofeedback binnen de opleiding lichamelijke opvoeding van de Associatie KU Leuven. Er wordt aandacht besteed aan o.a. het gebruik, het nut, de mogelijkheden en de beperkingen van videofeedback. De volgende voor- en nadelen van videofeedback werden op basis van een online bevraging bij 64 KU Leuven docenten verzameld:

 Voordelen o.a.:
  • instructie / demonstratie op basis van beeldmateriaal (play);
  • mogelijkheid tot visuele live feedback per leerling (replay);
  • mogelijkheid tot constante individuele feedback per leerling (live delay);
  • mogelijkheid tot beeld- / bewegingsanalyse door de leraar of leerlingen na de les;
  • objectieve product evaluatie door leraar/peers/leerling;
  • objectieve proces evaluatie door leraar/leerlingen;
Nadelen o.a.:
  • benodigde materiaal is niet altijd beschikbaar;
  • problematiek m.b.t. opstelling van materiaal (vb. camera, bekabeling);
  • gebrek aan ICT-kennis en vaardigheden;
  • veranderde lesorganisatie en begeleiding;
  • verminderen van de effectieve les/beweegtijd;
  • angst dat de leraar inclusief zijn/haar vakkennis op de achtergrond verdwijnt;
Slechts een kleine minderheid (n = 2) van de respondenten ziet geen didactische meerwaarde in het gebruik van videofeedback.


Reflectie:
Hoewel de kwantiteit en kwaliteit van digitale leermiddelen de laatste jaren enorm is toegenomen binnen het Vlaamse onderwijslandschap, blijft één van de belangrijkste discussiepunten of jongeren ook effectief voordeel hebben bij technologie tijdens de les. Deze vraag is actueler dan ooit binnen het vak lichamelijke opvoeding, waar digitale leermiddelen eerder langzaam hun intrede maken (Kimbroug et al., 2014; Madou & Cottyn, 2014). De positieve  impact van videofeedback tijdens de les lichamelijke opvoeding op het leerproces van leerlingen basis- en secundair onderwijs werd recent nochtans aangetoond door respectievelijk O'Loughlin et al. (2013) en Laziridis et al. (2012). Zo zouden leerlingen niet alleen beter gaan bewegen, maar ook sterker gaan geloven in eigen kunnen doordat ze goede pogingen opnieuw kunnen bekijken (zelfmodellering). Op basis van bovenstaande argumentatie, vind ik artikels zoals deze van Tijtgat et al. (2014) belangrijk, omdat ze telkens weer leraren lichamelijke opvoeding trachten aan te zetten tot de integratie van relevante digitale leermiddelen (vb. videofeedback) binnen hun lessen.

Opmerkelijk vind ik dat een groot deel van de respondenten uit het geciteerde onderzoek zich blijven verschuilen achter hoofdzakelijk ‘extrinsieke’ factoren (o.a., organisatie, materiaal, tijd en/of technische beperkingen) om videofeedback uit de lessen te mijden. Een argumentatie die vervolgens - misschien logisch - ook overgenomen wordt door leraren L.O. in het basis- en secundair onderwijs. Nochtans, werd de laatste jaren juist op ‘extrinsiek’ vlak vooruitgang geboekt, dankzij de ontwikkeling van gebruiksvriendelijke en betaalbare videofeedback tools. Bijvoorbeeld: free/open source videofeedback software (o.a., Kinovea), free videofeedback apps (vb. Coach’s eye, BaMvideo Delay), tablet i.p.v. laptop, draadloze camera besturing vanaf tablet/laptop, draadloze beeldtransmissie van camera naar tablet/laptop, enz.
Als een mogelijke reden voor het zich verschuilen achter ‘extrinsieke’ factoren zie ik de ‘zwart-wit’ mentaliteit binnen het vakgebied van de lichamelijke opvoeding t.o.v. digitale leermiddelen in het algemeen en videofeedback in het bijzonder. Enerzijds heb je de ICT-minded leraar L.O. (innovator / early adaptor) die iedere mogelijkheid aangrijpt om zo veel mogelijk (nieuwe) digitale leermiddelen in de les de introduceren, terwijl zijn tegenpool (laggards) alles onderneemt om deze zo ver mogelijk uit de les te bannen. Mijn belangrijkste kritiek op het vak lichamelijke opvoeding (basis-, secundair- of hoger onderwijsniveau) alsook op de vakspecifieke wetenschappelijke literatuur is dat weinigen - ICT-minded of niet - zich systematisch de vraag stellen bij wie? wanneer? waarom? of hoe? een bepaald digitaal leermiddel effectief een meerwaarde kan bieden voor het leerproces van de leerlingen. In deze context is het videofragment van Prof. dr. Martin Valcke (UGent) op de website van Klasse wat mij betreft zeker een aanrader. Valcke toont op basis van wetenschappelijk onderzoek Van Hattie (2009) het effect van verschillende ICT toepassingen binnen het onderwijs. Hoewel de praktijkvoorbeelden van Valcke hoofdzakelijk wiskundig georiënteerd zijn, is de primaire boodschap van de presentatie mijn inziens van toepassing voor alle vakken, namelijk: ” Gebruik niet zomaar ICT in je klas, maar vraag je telkens opnieuw af hoe de computer, de tablet of de app jouw leerdoelen, inhouden, werkvormen, media en evaluatie kunnen dienen.”
 
 
Ik ben van mening dat zowel binnen de vakspecifieke (wetenschappelijke) literatuur (o.a., Madou & Cottyn, 2014; Tijtgat et al., 2014), als binnen de onderwijspraktijk van het vak lichamelijke opvoeding te weinig aandacht besteed wordt aan de didactische en/of methodologische aanpak van videofeedback. De ICT-minded leraar L.O. (vb. Dartfish)  introduceert dan wel videofeedback als demonstratie-, feedback-, analyse- en/of evaluatietool tijdens zijn/haar lessen, maar zelden tot nooit houdt hij/zij er rekening mee dat:
  • onder sommige omstandigheden een ‘te expliciete benadering’ het effectief leren van jongeren in het gedrang kan brengen;
  • het uitblijven van een positief leereffect bij videofeedback vaak te wijten is aan het feit dat jongeren overstelpt worden door de grote hoeveelheid informatie in de videobeelden;
  • de analyse, evaluatie en interpretatie van beelden beperkt worden door de mogelijkheden van het menselijk visueel apparaat (vb. waarnemingsbeperking) en de subjectiviteit waarmee mensen naar beelden kijken (zien vs. kijken);
  • een aantal features op de videofeedback tools beter niet kunnen gebruikt worden omdat ze niet valide of betrouwbaar zijn (vb. hoek-/afstandsberekening tools);
  • enz.
Vandaar ook de ondertitel van deze blog: “Zien we wat we zien, of wat we willen zien?”
In tegenstelling tot wat de meeste literatuur, docenten of leraren L.O. mogen beweren, ligt de primaire beperkende factor van videofeedback in het onderwijs volgens mij niet op het vlak van organisatie, materiaal, timing en/of technische vaardigheden doch eerder aan het gebrek van een doordachte gestandaardiseerde werkwijze/methodologie. Videofeedback is vandaag nog te veel een veredelde vorm van beeldjes kijken in tegenstelling tot de valide, betrouwbare, objectieve evaluatiemethode die het zou kunnen zijn. In tegenstelling tot andere, eerder theoretische vakken, ontbreekt het in het vak lichamelijke opvoeding nog steeds aan een methode die objectief aantoont waar leerlingen zich bevinden in het leerproces en/of de nagestreefde doelstellingen ook effectief door de leerlingen bereikt worden. In deze context, is deze blog een pleidooi om in plaats van hoofdzakelijk verder in te zetten op organisatorische en/of technische ondersteuning (zoals voorgesteld in het geciteerde artikel van Tijtgat et al., 2014)  in eerste instantie beter werk kan gemaakt worden van een methodologie die van het dynamisch gegeven ‘zien’ een eerder statisch en bijgevolg meer objectief en beter reproduceerbaar item maakt. Een videofeedback methodologie die het voor zowel leerlingen als leraren mogelijk maakt om “Te zien wat er effectief te zien is, en niet wat m’n denkt of hoopt te zien”!
 
Referenties

Hattie (2009). Visible learning: A synthesis of 800 meta-analyses relating to achievement. Taylor & Francis Ltd. p.329.
http://visible-learning.org/hattie-ranking-influences-effect-sizes-learning-achievement/

Kimbroug, S., Tietjen-Smith, T., Block,B., & Blackmon,C. (2014). Use of avatars to depict teacher characteristics in physical education, Chronicle of Kinesiology & Physical Education in Higher Education, 25(3), p.21-28.

Laziridis, A., & Gorozidis, G. (2012). The effect of feedback with self-modeling on learning the volleyball service, in Physical Education Classes. Inquiries in Sport & Physical Education,103-114.

Madou, T., & Cottyn, J. (2014). Videofeedback met behulp van tablets in de les L.O. Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding, 1(241), p.22-26.

O'Loughlin, J., Ni Chroinin, D., & O'Grady, D. (2013). Digital video: The impact on children’s learning experiences in primary physical education. European Physical Education Review, 19(2), p.165-182.

Tijtgat, P., Madou, T., Cottyn, J. (2014) Move it, tape it, watch it, scroll it, save it, use it? De rol van videofeedback in de lerarenopleiding lichamelijke opvoeding, Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding, 2(242), p. 22-25.
http://issuu.com/bvlo/docs/242_-_5_juni_2014

Van der Kamp, J., & Kok, M. (2013). Digitale video en (zelf-)modellering in de gymles. Lichamelijke Opvoeding, 101, p.10-13.
http://www.nisb.nl/weten/bibliotheek/publicaties.html?item=14608&view=1017935

Valcke, M. (2014). Efficiënte ICT keuzes maken. Klasse
http://www.klasse.be/leraren/video/martin-valcke-efficiente-ict-keuzes-maken

 

3 opmerkingen:

  1. Schitterende blog!

    Een video-opname tijdens de biologie practica die ik doceer zou een belangrijke meerwaarde vormen. Dikwijls weten studenten niet meer waar ze fouten hebben gemaakt wanneer hun experiment mislukte.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dag Liesbeth,

      Dan denk/hoop ik dat je een aantal praktische ideeën en technologieën kan leren kennen tijdens de presentatie van ons groepswerk. Altijd bereid om je nadien op weg te helpen met het nemen en tonen van beeldmateriaal tijdens de les!

      Met vriendelijke groeten,
      Kristof

      Verwijderen