Tablet
gebruik voor activerende leeractiviteiten: een exploratieve casestudy binnen
het Vlaams Beroeps- en Technisch Onderwijs (Anna Steeneken, 2013)
Samenvatting:
Deze thesis gaat over het
gebruik van tablets om activerende leeractiviteiten toe te passen in het BSO en
TSO. Volgens Binwel & Eison (1991) is het doel van activerende activiteiten
meer gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en hogere ordes van
denkprocessen (zoals analyse, synthese, evaluatie), dan op het verkrijgen van
informatie.
Net zoals bij de normale
onderwijspraktijk, dus het lesgeven zonder tablets, moet ook bij het gebruik
van tablets aandacht besteed worden aan de context waarbinnen het leren plaats
vindt. De context moet namelijk authentiek zijn, met andere woorden, de context
moet betekenisvol, realistisch en relevant zijn. (Grabinger & Dunlap, 1995)
Een ander aspect waarmee ook
rekening moet worden gehouden is dat het gebruik van tablets op schoolniveau
bepaald wordt door de beschikbare infrastructuur, beschikbaarheid van ICT
middelen en de ondersteuning die de docent krijgt bij de integratie van ICT.
In de basiscompetenties voor
leraren (Vlaamse Regering, 2008) wordt duidelijk vermeld dat “de docent een
krachtige leeromgeving kan realiseren….”. In de uitwerking van deze
basiscompetentie komen de kenmerken van activerend leren naar voren:
·
De leerkracht kan leerlingen in de
gelegenheid stellen om leerinhouden actief te ontdekken en te verwerken;
·
De leerkracht kan de leerlingen leren
reflecteren over hun leerproces;
·
De leerkracht kan samenwerkend leren
bevorderen;
·
De leerkracht kan leerinhouden inbedden in
authentieke, reële situaties die voor de leerlingen betekenisvol zijn.
Een andere belangrijke
basiscompetentie die hier hand in hand mee samengaat is dat de leerkracht ICT
functioneel moet kunnen integreren als hij een krachtige leeromgeving ontwerpt.
Taylor, Sharples, O’Malley,
Vavoula en Waycott (2006) onderscheiden zes factoren die de leerresultaten met
mobiele technologie beïnvloeden: (1) instrument, (2) subject, (3) controle, (4)
context, (5) communicatie en (6) object:
·
(1) instrument: de didactische rol van het
mobiele apparaat; deze kan gaan van het leveren van content tot het zelf
creëren van content op het mobiele apparaat;
·
(2) subject: de mate waarin de lerende voorkennis
heeft over het onderwerp;
·
(3) controle: de mate van controle die de
lerende heeft over zijn eigen leerproces;
·
(4) context: de relevantie van de fysieke
omgeving waarin het leren plaats vindt ten opzichte van de leervraag;
·
(5) communicatie: de mate waarin communicatie
tussen de lerende plaats vindt bij het uitvoeren van leeractiviteiten zoals het
samenwerken in groepen;
·
(6) object: het niveau van het leerdoel, deze
kan gaan van kennis vergaren tot leerdoelen op het niveau van synthese en
evalueren.
Aan de hand van deze
factoren kan worden nagegaan in welke mate deze worden toegepast bij het
gebruiken van mobiel leren. Hierdoor kan men ook zien waaraan er nog gewerkt
moet worden om het inzetten van mobiel leren te optimaliseren.
De invloed van de normale
onderwijspraktijk zien we ook terug komen bij het soort activiteiten welke de
docenten hebben gedaan. Deze zijn in opzet grotendeels gelijk aan activiteiten
die zij ook zonder de tablet zouden doen. Uit het onderzoek blijkt dat de
leerkrachten het moeilijk hebben om hun activerende leeractiviteiten te
plaatsen in een sociale en werkelijke context, dus waarin het geleerde gebruikt
moet worden. Voor wat betreft de samenwerking was er niet vaak afwisseling. De
leerkrachten opteerden vaak voor ofwel individueel werk ofwel vaste groepjes.
De leerlingen werkten nooit samen met de hele klas of in verschillende,
afwisselende groepjes. Er werden ook nooit activiteiten voorzien waarbij de
leerlingen konden reflecteren over wat ze geleerd hebben.
De leerkrachten vinden dat
ze door het gebruik maken van tablets ze meer als coach gaan fungeren of als
begeleider van het leerproces en niet meer als centraal figuur. De leerlingen
zelf worden meer verantwoordelijker voor hun eigen leerproces. De leerkrachten
zijn van mening dat het gebruik van tablets enkel mogelijk zou zijn voor de
sterkere en dus de meer gemotiveerde leerlingen, want de kans is groot dat de
zwakkere leerlingen de tablet zouden misbruiken voor andere doeleinden dan de
leerstof of leeractiviteiten op zich.
Kritisch
We kunnen er niet meer om
heen. Het leven van de leerlingen draait haast enkel meer om mobiele
technologie. Leerlingen gebruiken constant apps, zitten constant op social
media, etc. Dus is het haast ondenkbaar om als leerkracht of school niet op
deze kar te springen en dus deze technologie te betrekken in het lesgeven,
aangezien je als leerkracht de leefwereld van de leerlingen altijd moet
betrekken bij de les.
Als leerkracht is het wel
ontzettend belangrijk dat ze hiervoor een opleiding of nascholing krijgen per
vak om te weten welke apps ze goed kunnen gebruiken voor welk vak. Het is
uiteraard niet de bedoeling dat de leerkrachten met de losse pols apps beginnen
te gebruiken, dit om te voorkomen dat het effectieve leergebeuren niet
verwaarloosd wordt en dat de leerlingen effectief iets leren. De technologische
wereld staat niet stil, dus kan dit ook geen eenmalige opleiding of nascholing
zijn. Het is dan ook de bedoeling dat de leerkrachten ook op dit vlak constant
bijgeschoold worden, en dus niet alleen op pedagogisch vlak. Volgens Murray en
Olcese (2011) zijn er momenteel niet altijd applicaties die tegemoet komen aan
de moderne ideeën over leren. Uiteraard moeten de apps ook wel voldoen aan de
zes factoren die moderne leerresultaten met mobiele technologie beïnvloeden. Al
te vaak zijn de apps die gebruikt werden in dit onderzoek niet gericht op
samenwerking en is er ook gebrek aan sociale en werkelijke context.
In het onderzoek werd ook
vermeld dat de leerkrachten vonden dat tablets enkel gebruikt mochten worden
bij sterkere en gemotiveerde leerlingen. Ze denken dan dat de leerlingen de
tablet niet efficiënt gaan gebruiken en dus eigenlijk niets nuttigs zouden
doen. Ik kan me hier helemaal niet in vinden. Toen de computer zijn intrede
deed in de klas stonden de leerkrachten van toen ook angstvallig af te wachten.
Ik denk dat de geschiedenis zich zal herhalen bij de intrede van de tablet.
Leerkrachten moeten meer vertrouwen hebben in hun leerlingen. Ik geef stage aan
een ASO-richting en de meerderheid van mijn leerlingen is ook zwak, maar in
mijn ogen is het de taak van de leerkracht om de les boeiend voor iedereen te
maken en een duidelijke structuur te behouden van de les, ook als de overstap
naar de tablet wordt gemaakt. Zo is er minder kans dat de leerlingen snel
afgeleid zullen worden.
Ikzelf ben lid van een
Facebookgroep waarin er lesideeën worden uitgewisseld onder leerkrachten. Het
is gratis en is voor iedereen toegankelijk. Leerkrachten moeten niet opnieuw
het warm water uitvinden en gewoon de goede lessen met elkaar uitwisselen. Dit
concept kan dan in de toekomst ook verder worden uitgewerkt voor het gebruik
van apps en tablets in de les.
De enige belangrijkste kritische
bedenking die ik hierbij maak is uiteraard de infrastructuur. Momenteel geef ik
stage op een school waar regelmatig het internet plat ligt. Ik probeer altijd
mijn lessen interactief te maken en heb dus heel vaak internet nodig om de
leerlingen iets bij te brengen. De ervaring leert mij dat je altijd iets achter
de hand moet hebben voor als het internet niet mee wilt. Als ik dan de
bedenking maak dat de leerlingen binnenkort dan allemaal tablets gaan hebben en
apps gebruiken, hoe gaan de leerkrachten dan met dit probleem omgaan.
Een ander negatief puntje
dat ik wil formuleren bij het gebruik van tablets is wat als er een leerling
zijn tablet thuis is vergeten? Momenteel gebruiken de leerlingen vaak het
excuus dat ze hun schoolwerk of hun schoolboeken thuis vergeten zijn. Wordt er
dan van de school verwacht dat ze enkele tablets in reserve hebben voor
noodgevallen?
Kortom, ik ben voorstander van het gebruik van tablets in de les, maar er is nog werk aan de winkel wat betreft enerzijds het juiste gebruik van moderne technologie zoals tablets en apps door leerkrachten en anderzijds de infrastructuur op de school.
Bronnen:
Binwel, C.C., & Eison,
J.A. (1991). Active Learning:
Creating Excitement in the Classroom. ASEH-ERIC Higher Education Report No 1.
Washington D.C: The George Washington University, School of Education and Human
Development.
Grabinger, R.S., & Dunlap, J.C. (1995). Rich
environments for active learning: a definition. Research in Learning
Technology, 3(2), 5-34.
Murray, O.T. & Olcese, N.R. (2011). Teaching and
learning with iPads, ready or not? TechTrends, 55(6), 42-48.
Taylor, J., Sharples, M., O’Malley, C., Vavoula, G.,
& Waycott, J. (2006) Towards a task model for mobile learning: a
dialectical approach. International Journal of Learning Technology,
2(2), 138-158.
Vlaamse regering (2008),
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de basiscompetenties van de
leraren. http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13952 , geraadpleegd op 29 maart 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten