maandag 2 september 2013

Is Big brother still watching?



Is Big brother still watching ?


Wie heden ten dage les volgt op een universiteit kijkt er niet meer van op dat er een camera staat in de aula. Het opnemen van colleges kent de laatste jaren een hele opmars. In het tijdschrift Onderwijsinnovatie stond onlangs een onderzoek van  Pierre Gorissen, Jan Van Bruggen en Wim Jochems. Zij hebben een onderzoek gevoerd bij twee Fonteys hogescholen en de Technisch universiteit Eindhoven naar de vraag of studenten effectief gebruik maken van de opnames en hoe studenten hier via tags in ondersteund kunnen worden. (Analyseren van studenteninteracties met college- opnames, Onderwijsinnovatie juni 2013, http://www.ou.nl/documents/10815/36320/OI_2013_2_Onderzoek_collegeopnames.pdf)

Voor hun onderzoek hebben ze een online enquête gestuurd naar 1122 studenten, waarvan 547 (=46.1%) effectief heeft geantwoord. Hierbij gaven de student aan dat:
·         De opnames vooral gebruikt worden voor: “de controle van hun eigen aantekeningen, bevestiging van ervaringen opgedaan tijdens het college en het nogmaals herbekijken van het materiaal voor en na het college”.
·         De kwaliteit van de geven lessen was volgens de studenten, zelfs toen dit extra gevraagd werd bij de afgenomen interviews, nooit een doorslaggevend reden om naar de opnames te kijken.
·         Het tijdstip van wanneer de opnames bekeken werd, werd vooral beïnvloed door het tijdstip van de tentamens.
·         Studenten keken het minste naar opnames die alleen het bord gebruikte.
·         Gemiddeld wordt 25% van de hele video-opname bekeken.

Vooral uit de laatste bevinding nl dat de studenten alleen fragmenten bekijken van de opnames leidde tot de vraag hoe tags hierin kunnen ondersteun. Hierdoor kan de docent (of student zelf) tags aanbrengen aan hoofdstukken waardoor navigatie makkelijker is en men gericht stukken kan herbekijken. Na aanbrengen van tags bleek dat studenten die gebruik maakte van de tags beter scoorde dan zij die dit niet deden voor hun tentamens. Als aanbeveling gaven de onderzoekers mee dat docenten studenten positief kunnen ondersteunen bij hun leerproces. Dit door het aanbrengen van trefwoorden en titels op dia’s en het taggen van opnames.

 Sinds twee jaar is de VUB ook gestart met het opnemen van lessen om deze ter beschikking te stellen aan de studenten. In het begin werd dit initiatief eerder aarzelend onthaald bij de desbetreffende professoren en assistenten. Vragen zoals zullen er nog wel studenten naar de les komen, worden we niet op deze manier te veel gecontroleerd,.. staken de kop op. Nu het systeem al een tijdje draait hoor ik vanuit het lesgevend kader veel positieve signalen. Bij navraag van de studenten (http://www.vub.ac.be/kwaliteitszorg/afstandsleren_project), blijkt net zoals als in het artikel, dat het merendeel van de studenten de opgenomen lessen gebuikt als aanvulling op hun notities of om zich voor te bereiden op de examens en naar de lessen blijft komen. Het zijn vooral de werkstudenten die het materiaal gebruiken in plaats van de “echte” les.
Dit resultaat blijkt ook uit een onderzoek van Filius waarbij: “uit evaluaties aan de Universiteit Utrecht en Universiteit Twente geeft 15 tot 20 procent van de studenten aan meerdere colleges niet te hebben gevolgd omdat deze achteraf online beschikbaar zouden zijn. De andere bleven naar de lessen komen.(R. Filius, De huiskamer als cursuslokaal, DEVELOP NR 4-2008, http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/2009-0107-201037/filius%20-%20de%20huiskamer%20als.pdf)

De reden waarom de dagstudenten nog niet echt actief gebruik maken van opgenomen lessen is volgens mij voornamelijk omdat studenten niet de hele les willen bekijken, ze willen enkel specifieke informatie bekomen over een stuk leerstof dat ze niet goed begrijpen. Het aanbrengen van tags is in mijn ogen is zeker een goede zaak. Hierdoor kan men gericht informatie opsporen en kunnen de ‘digilessen’ een ondersteuning vormen bij het verwerken van een cursus. Het is wel niet zo dat de virtuele lessen in de plaats mogen komen van de echte lessen, want interactie blijft volgens een voorwaarde tot goed lesgeven. 

Tevens zie ik ook een meerwaarde in het gebruik van de opgenomen lessen bij gastdocenten. Waarbij verschillende mensen simultaan betrokken zijn. De lessen kunnen live elders worden uitgezonden zodat de “gast”  mee kan discussiëren en antwoorden op vragen. Ook bij langdurige ziekte van studenten kan het een oplossing zijn om zo geen lessen te missen.

Nadelen zie ik eerder van praktische aard. Enerzijds moet men bij het lesgeven rekening houden dat men wordt opgenomen. Hierdoor kan men minder vrij bewegen door de zaal, antwoorden uit het publiek moeten herhaald worden,…Dit kan leiden tot een verstoring van de “lesdynamiek”. Daarnaast vergt het extra werk van de docent om de opnames up te date te houden, online te zetten, tags aanbrengen,..

Toch wegen de nadelen in mijn ogen niet op tegen de voordelen en moet men nog meer investeren in een verdere uitwerking van dit project.


Interessante links mbt het artikel:
Voorbeeld opname via programma collegerama: http://www.icto.tudelft.nl/tools/collegerama/

1 opmerking:

  1. Beste Hannelore,

    Leuk dat u naar ons artikel verwijst. Heldere aanvullende overwegingen. Er ontbreekt een verwijzing naar de bedoelde bron in de zin over de noodzaak van interactiviteit: "Het is wel niet zo dat de virtuele lessen in de plaats mogen komen van de echte lessen, want interactie blijft volgens [....] een voorwaarde tot goed lesgeven."

    De impact op de lesdynamiek blijkt in de praktijk redelijk gering, maar dat heeft er met name ook mee te maken dat vragen veelal niet herhaald worden (wat dan weer vervelender is voor de studenten die de opname bekijken). Het live meediscussiëren op afstand is een goede manier om de interactiviteit te handhaven, maar blijkt wel relatief veel extra ondersteuning (extra moderator) en uitdagingen met betrekking tot 'lag' - tijdverschil tussen live en op afstand met zich mee te brengen.

    Tot slot vroeg ik me af vanwaar de titel? Ik kan me voorstellen dat het een verwijzing is naar het zich mogelijk bespied voelen van docenten op deze manier, maar ik kwam er geen echte verwijzing/verklaring voor tegen in het bericht.

    Met vriendelijke groet,

    dr. Pierre Gorissen
    Fontys Hogescholen.

    BeantwoordenVerwijderen