zaterdag 30 maart 2013

Computertablets als ontwikkelingshulp in derdewereldscholen: een oplossing?



Het krijgen van een degelijke educatie bepaalt niet alleen de toekomst van het kind, maar zeker ook die van het land. Om deze stelling kracht bij te zetten, verwijs ik naar enkele blog-artikels zoals dat van Maheeda Rashid “Quality Education - A challenge to Third World countries”(1) en Misty The biggest threats to universal education in the Third World” (2). Hierin beschrijven zij zowel noodzaak van een degelijke educatie (economisch, culturele en industriële ontwikkeling van een land) als de struikelblokken (armoede, oorlog, religieuze conflicten, corruptie…) die optreden bij het implementeren in de derdewereldlanden. Het ‘Center for Globel Development’ (CGDEV) omschreef de nood aan educatie als volgt: “Het investeren van educatie is verstandig omdat je op die manier mensen de vaardigheden geeft om zichzelf en andere te redden/helpen en het land socio-economisch te ontwikkelen.”(3)

Het bieden van onderwijskansen in derdewereldlanden staat dan ook hoog op de agenda bij heel wat hulporganisaties. De hulp die zij bieden omvat voornamelijk het doneren van schoolmaterialen, bouwprojecten van scholen, educatie van leerkrachten en geld. Maar er is een nieuwe speler in het veld! Samen met de snelle technologische ontwikkeling van de laatste decennia, is ook het internet als ontwikkelingsmiddel aan een sterke opmars bezig. Het biedt niet heel wat voordelen bij het leren en verwerken van informatie, maar het biedt ook extra kansen en mogelijkheden voor kinderen op lange termijn. Heel wat ontwikkelings-organisaties trachten hierop in te spelen door de verspreiding van zowel internet als computerstablets te bevorderen. OLPC is een van die organisaties.

Het OLPC (One Laptop per child) werd in 2006 opgericht in de Verenigde Staten. Hun doel: het creëren en wereldwijd verspreiden van betaalbare technologische educatieve toestellen aan zoveel mogelijk scholen in de derde wereld. De toestellen worden aan de regeringen van de ontwikkelingslanden verkocht en geleverd, samen met professionals die de lokale leerkrachten opleiden in het gebruik van het toestel. Sinds haar oprichting heeft de organisatie wereldwijd reeds 2.4 miljoen computertablets verspreid. De voornaamste landen zijn Haïti, de Verenigde Staten, Uruguay, Paraguay, Mexico, Nicaragua en Peru in Latijns-Amerika (±2 miljoen); Kenia, Ethiopië, Madagascar en Rwanda in Afrika; en India, Afganistan, Gaza, Ramallah, Nepal, Armenie en Nagorno-Karabach (Azerbeidzjan), Mongolië in het Midden-Oosten en Azië (±0.5 miljoen). De organisatie tracht het project in de toekomst steeds verder uit te breiden. (4,5,6) 

Eigen visie
Is het doneren van computertablets aan scholen in ontwikkelingslanden een goede evolutie voor de educatie van leerlingen en in een later stadium ook het land? Hier valt veel over te zeggen. In het gekozen artikel “Ethiopische kinderen leren via een tablet” (7) heeft de OLPC dit in de loop van een aantal maanden onderzocht. Aan twee scholen in zeer arme en afgelegen dorpen in Ethiopië werden computertablets geschonken en de effecten ervan op het leren lezen onderzocht. Wekelijks kwamen technici op controle en de werden de geheugenkaarten omgewisseld. Zo kon de evolutie worden opgevolgd. Na verschillende maanden van opvolging waren de kinderen nog steeds enthousiast en intensief aan het werken met de tabletcomputers én waren hun leesvaardigheden sterk vooruitgegaan. Ze konden ook beter met het toestel werken dan de beginperiode.

Verder onderzoek op basis van de informatie op de website en eerder verschenen artikels over dit project (8,9,10), bracht een aantal voor- en nadelen naar boven.
Enkele voordelen zijn:

·       De computers zijn goedkoop doch duurzaam en ecologisch (werken op zonne-energie). Ze zijn zo gebouwd dat ze bestand zijn tegen de weersomstandigheden, kenmerkend voor het land/regio (hitte/koude/vocht/stof)
·       Het land koopt de computertablets aan en verspreid die dan (kosteloos) naar de scholen. Noch de ouders, leerlingen, leerkrachten of scholen moeten hier zelf geld in investeren.
·       Daarnaast biedt de organisatie ook experten aan die de leerkrachten ter plaatse gaan opleiden en begeleiden bij het gebruik van de toestellen.
·       Misschien wel het belangrijkste punt: ze stimuleren het leren, zijn kind- en gebruiksvriendelijk en bevatten heel wat programma’s om het leren lezen, schrijven, rekenen, … te stimuleren.

Anderzijds zijn er ook nadelen aan verbonden:

·       In sommige ontwikkelingslanden is de armoedegraad en hongersnood zo groot dat de investering in voeding en drinkbaar water primair is t.o.v. computertablets en internet. De landen hebben dan ook vaak het geld niet om dit in technologie te investeren.
·       Wat met corruptie? Komen alle computertablets aan op de plaats waar ze moeten aankomen? Wie controleert dit? Nergens heb ik informatie gevonden of de organisaties hier rekening mee houden of opvolgen.

De grote vraag waar ik mee blijf zitten is of de computertablets de beoogde positieve effecten op lange termijn zullen teweeg brengen. Het project is op dit moment nog te jong om daar uitsluitsel over te geven. Arthur Ashiimwe toont zich in zijn blog-artikel “Will one laptop project define Rwanda’s next 50 years?” in ieder geval hoopvol over de toekomst van dit project en zijn land: “Looking ahead, this country’s future is best reflected in the on-going silent revolution where a pen or pencil is steadily being substituted with a computer. The future certainly lies in the hands of the young lads we often see pointing and clicking on what some of us call ‘toy’ computers.” (11)
Wat is jullie mening hierover?

Nils De Vos

Voor meer informatie over dit project: http://one.laptop.org/

Bronnen

Digitaal prentenboek goed voor woordenschat kleuter



Wanneer ik door het maandblad 'Klasse' (maart 2013) bladerde, kwam ik het volgende artikel tegen: 'Digitaal prentenboek stimuleert woordenschat kleuters'. De Nederlandse pedagoge Daisy Smeets van de Universiteit Leiden deed hierover onderzoek.

Een samenvatting van het artikel:

- Onderzoek naar waardevolle kenmerken in prentenboeken-apps om de woordenschat van vier- en vijfjarigen te vergroten.
- De woordenschat in prentenboeken is gevarieerder dan tijdens spreektaal, het is dus belangrijk voor de ontwikkeling van een kind.
- Digitale prentenboeken zijn bijzonder effectief voor het vergroten van de woordenschat van kinderen.
- Het verschil met tekenfilms: 'de animaties zijn expliciet bedoeld om gesproken tekst aan beelden te koppelen en zo de vaak complexe taal in prentenboeken concreet te maken'.
- Voor kleuters met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden ligt dit anders: hier maken toevoegingen zoals achtergrondmuziek of extra geluiden het moeilijker om nieuwe woorden te leren. Alleen de vertelstem volstaat, met zo weinig mogelijk geluiden op de achtergrond.
- Extra uitleg over moeilijke woorden is een goede aanvulling, kinderen zullen meer moeilijke woorden leren wanneer de computer hierover extra uitleg geeft. Het is echter belangrijk op welke manier dit gebeurt. Zelf betekenis geven aan een woord werkt beter dan uitleg krijgen. 'Leereffecten zijn klein als de extra uitleg direct volgt op een muisklik of aanraking van een detail, maar groot als kinderen een meerkeuzevraag beantwoorden door het plaatje te kiezen dat het best past bij een woord'.

Conclusie: 'Kleuters leren meer moeilijke woorden van bewegende illustraties in digitale boeken dan van gewone prentenboeken'.

Referenties:
Smeets, D. (2013). Digitaal prentenboek stimuleert woordenschat kleuters. Klasse voor Leraren, Maart 2013, 233, 16-16. http://www.klasse.be/archief/digitaal-prentenboek-stimuleert-woordenschat-kleuters/

Smeets, D. (2012). Storybook Apps as a Tool for Early Literacy Development. Universiteit Leiden. http://nieuws.leidenuniv.nl/nieuws-2012/voorlezen-een-app-kan-het-ook.html


Eigen reflectie op dit artikel/onderzoek:

Volgens mij zijn er zowel voor- en nadelen aan het gebruik van digitale prentenboeken.
Enkele voordelen zijn:
- Men kan bewegende beelden afspelen
- Kleuter leren makkelijker moeilijke woorden
- Men kan inzoomen op details en extra uitleg geven
- Kleuters kunnen gesproken taal koppelen aan bewegende beelden
- Kleuters vinden het leuk op te gebruiken
- Extra achtergrondmuziek en geluiden geven een meerwaarde

Enkele nadelen:
- Niet iedereen beschikt over een medium om deze app af te spelen
- Kinderen gaan nog meer voor het scherm zitten
- Niet geschikt voor kleuters met spraak- en taalmoeilijkheden
- Authenticiteit van kinderboeken verdwijnt
- Op steeds jongere leeftijd nood aan gsm, computer, Ipad, ...

Ik vind dit zelf een goede en efficiënte manier om kleuters woorden aan te leren. De taalontwikkeling van de kinderen wordt op een leuke en interactieve wijze versterkt. Toch zou ik kleuters hier niet alleen mee laten oefenen. Het is belangrijk dat een begeleider aangeeft wat wel en niet toegestaan is rond het digitaal prentenboek. Een afwisseling van het digitaal prentenboek met de authentieke kinderboekjes lijkt mij een goed idee.

Wat is jullie mening over een digitaal prentenboek voor kleuters? Post het hier...

vrijdag 29 maart 2013


Atheneum versterkt digitaal netwerk

Samenvatting artikel:
-       Het gebruik van Smartschool wordt meer en meer toegepast in scholen, en terecht ook! Dit gaf het Atheneum van Vilvoorde de inspiratie om nog een stapje verder te gaan..
-       Welke nieuwigheden bedacht de school om de leerlingen te controleren en de ouders van de leerlingen mee op de hoogte te houden van het gebeuren?
o    Als je kind te laat op school komt, dan wordt er naar de ouders een sms gestuurd (spijbelen tegen gaan). Het heeft ook gebleken dat dit systeem werkt en dat de studenten meer op tijd komen!
o    Het rapport van de leerling komt online waardoor ouders dit ook kunnen nakijken. Dit had ook reeds zijn nut omdat tijdens een hevige sneeuwval geen rapporten konden afgehaald worden, thuis konden de leerlingen en ouders deze dus wel raadplegen.
o     “‘Met de nieuwste technieken zullen de ouders hun kinderen beter kunnen volgen bij alles wat het schoolleven betreft. Afwezigheden, taken en toetsen, lesonderwerpen, organisatorische mededelingen en het rapport kunnen de ouders nu dankzij verschillende modules rechtstreeks te weten komen', legt coördinator Wietse Coolen uit.”
-       Daarnaast is er ook een proefproject aan de gang, het gebruik van een digitale agenda voor de 3de graad. “‘De leerlingen hoeven zelf geen lessen meer in hun agenda in te schrijven, maar vinden bij thuiskomst alle informatie op het intranet. Ook de ouders kunnen deze informatie raadplegen. Aan het einde van het schooljaar gaan we deze digitale proefprojecten evalueren en waar nodig bijsturen', besluit Wietse Coolen.“

Vooral de digitale agenda vind ik wel een groot voordeel, zo leren leerlingen werken met een agenda en kunnen ze een mooi overzicht houden over hun verplichtingen. Daarnaast heeft het online systeem al zijn voordelen bewezen en zal het naar de toekomst toe meer gebruikt worden. Het is ook handig dat alles op één online site staat, het is dus een verzameling van cursussen, aankondigingen en praktische informatie.

Meer info:

De Steve Jobs-School


Op zoek naar een interessant artikel om te bespreken, botste ik op het concept van de Steve Jobs-school.

Saskia van Uffelen stond op 11 april 2012 in De Morgen met "Maak van elke school een Steve Jobs-school", een opiniestuk waarin ze verwijst naar een nieuw schoolconcept dat in Nederland zal worden gelanceerd vanaf augustus 2013. Nu, wat houdt zo'n Steve Jobs-school precies in?

Wel, het initiatief komt namens het O4NT, Onderwijs voor Nieuwe Tijden, in Nederland. Zij stelden het eerste uitgewerkte Steve Jobs-schoolmodel voor op de Onderwijsdagen in Rotterdam. Vanwege hun verbazing over de achterstallige innovatie in het onderwijs, kwamen ze met dit model op de proppen.  




                                
De STEVE JOBS-SCHOOL zou er gaan uitzien als volgt:

- Kinderen moeten worden voorbereid voor 2025 en daarna. Er wordt ruimte gecreëerd voor een brede ontwikkeling van de talenten van elke leerling. Het gebruik van digitale mogelijkheden staat daarin centraal. Men wil vooral de kinderen aanleren hoe ze goed kunnen functioneren in de wereld van morgen.

- Basis: vertrouwen in het kind (niet dwingend vanuit gesloten opdrachten, maar wel gerichte opdrachten binnen zijn interesseveld)

- Optimale condities om kinderen maximale ruimte te geven.

- iPads om het leren naar het unieke kind te personaliseren, een eigen virtuele plek voor elke leerling, een manier om te communiceren met leerkrachten, ouders, leerlingen, de wereld binnen en buiten de school, als tool voor presentaties, foto's, video's, zoekrobotten, programmeertools, etc.

Via de iPad is de leerling ook buiten het fysieke schoolgebouw regelmatig verbonden met de school. Hij krijgt zo begeleiding van een coach, kan projecten uitvoeren op andere locaties als hij afwezig is, en de resultaten daarvan presenteren wanneer hij terug op school is. Een leerling kan dus in afspraak met een leraar buiten schoolvakanties om met zijn ouders op reis om te leren over vreemde culturen en/of de natuur. Zijn coach checkt echter wel of hij daadwerkelijk iets bijleert. Eens terug op school kan de leerling zijn nieuw verworven kennis delen met zijn medeleerlingen aan de hand van bijvoorbeeld een slideshow-presentatie.

- Het wordt een school die zowel fysiek (schoolgebouw) als virtueel is, overal en altijd.

- Geen frontaal onderwijs, jaargroepen of lokalen, wel ateliers, stamgroepen en projectgericht werken.

- Kerndoel is om skills van de 21ste eeuw aan te leren zoals communicatie, samenwerken, ICT-geletterdheid, kritisch denken, probleemoplossend denken, etc. De iPad zou de schakel moeten vormen tussen het opdoen van kennis en digitale vaardigheden binnen en buiten de school.

- 'Community' staat centraal. De ouders en de school vormen pedagogische en didactische partners. De leerlingen worden gemotiveerd door de betrokkenheid van hun ouders en vice versa. De betrokkenheid en bijdrage van de ouders wordt reeds bij de inschrijving van de leerling besproken en vastgelegd in een overeenkomst.
Ook binnen het onderwijsteam worden er ervaringen en ideeën uitgewisseld over de schoolwerking en onderwijsvernieuwing.

- Coaches begeleiden en stimuleren de leerlingen intensief, zodat deze het maximale uit zichzelf halen.

- 1000 uur onderwijs op een traditionele school staat gelijk aan 4000 uur ontwikkeltijd op de Steve Jobs-school, thuis en elders.

- De medewerkers van de school beschikken zelf over de vaardigheden van de 21ste eeuw.

- De school creëert ruimte voor de specifieke leerbehoeften van iedere leerling. Inzet van de ouders is cruciaal. Om de 3 maanden wordt er een gesprek ingelast met de leerkracht, de leerling en de ouder. De ervaringen, plannen en doelstellingen van de periode worden daar besproken.

- Het wordt een plaats waar opvang en onderwijs geïntegreerd zijn, 50 weken per jaar, 5 dagen per week, van 6u30 tot 18u30. Zonder vaste schooltijden en vakantieperioden.
Tot 10u30 individueel of in kleine groepjes (iPad is dan heel belangrijk). Leerlingen kunnen er dus ook voor kiezen om pas om 10u30 op school te arriveren.
Tussen 10u30 en 15u00 zijn er gemeenschappelijke activiteiten, en daarna werken de leerlingen weer individueel of in kleine groepen aan ontspannende en creatieve vakken.

- Leerlingen moeten 100-200 van de 250 schooldagen aanwezig zijn. Die aanwezigheid hangt af van hun gezinssituatie, de behoefte van de ouders en het kind, het aantal uren die het kind leert in de virtuele school en de voortgang en ontwikkeling van het kind. Per kwartaal worden hierover afspraken gemaakt.

- De school is bedoeld voor 0-12 jarigen. Hun ontwikkeling wordt bijgehouden via output op de iPad. De focus ligt op de voortdurende bewaking van de ontwikkeling van het kind, en het aanbieden van een kwaliteitsvolle opleiding op het niveau van het kind.

- Maandelijks wordt er een "Gameday" georganiseerd. Een competitie op fysiek en virtueel niveau. Dit zou de samenwerking tussen de leerlingen stimuleren. Het gaat hier over sport- en kermisactiviteiten, creatieve uitdagingen, games en spellen of een bezoek aan een museum of een andere speciale locatie.

- Op 12-jarige leeftijd heeft de leerling zich ontwikkeld in alle vaardigheden van de 21e eeuw. Hij heeft zijn eigen talenten ontwikkeld, heeft zich sociaal-emotioneel ontwikkeld, en heeft de referentieniveaus van het Primair Onderwijs bereikt.

----------------------------------------------------------------------------------------------

Komend schooljaar worden er in Amsterdam en enkele andere gemeenten reeds een aantal scholen omgevormd tot Steve Jobs-scholen. Saskia Van Uffelen, CEO van Bull Belux en bezieler van het project 'IT is cool', vindt dit alleszins een grote inspiratie. Zo blijkt uit haar opiniestuk. Het luidt : "Extreem innovatieve ideeën zijn nodig voor een snellere evolutie. Het idee van een Steve Jobs-school is misschien in België niet meteen realiseerbaar, maar het zet aan tot reflectie." Ze geeft aan dat kinderen tegenwoordig heel anders kijken tegen ICT en technologie, dan hun ouders. Ze zijn er in hun dagelijks leven zo mee vergroeid dat ze het niet langer beseffen. Ons huidige onderwijs zou niet voldoende aangepast zijn aan deze nieuwe generatie. Deze kinderen worden op school met andere woorden "weer naar de middeleeuwen gekatapulteerd".  

Van Uffelen is tevens ook van mening dat ICT een onderdeel moet worden van elke les, in plaats van iets afzonderlijks. De Steve Jobs-school zou hier de perfecte belichaming van zijn. "Een school die ICT uitademt. Waarin elke les geënt is op de digitale wereld waarin wij leven... Laten we afstappen van het idee dat je voor les A handboek A nodig hebt, en voor les B handboek B."

De meeste Belgische scholen zijn echter nog niet klaar voor deze overstap, en moeten dringend een inhaalbeweging maken, meent ze. Daarom stelt ze voor om bij wijze van een drastische ingreep alle schoolboeken af te schaffen. De kosten die men daarmee zou uitsparen zouden een iPad kunnen  voorzien voor elke leerling. Op die manier "laat je het onderwijs naadloos aansluiten op de leefwereld van de jongeren."

Zijn onze jongeren met zulk digitaal onderwijs dan wel evengoed voorbereid op hogere studies? Absoluut wel, meent Van Uffelen. Digitaal leren is niet hetzelfde als klassiek leren, maar het is meer gericht op het begrijpen van dingen, in plaats van ze vanbuiten te leren. Er zou volgens haar eventueel wel wat taalgevoeligheid verloren gaan, maar de kinderen worden wel beter gewapend tegen een wereld die steeds technologischer wordt. De inbedding van ICT op school zou ICT van zijn nerdy imago kunnen ontdoen en jongeren in staat stellen om "nieuwe technologieën flexibel te gebruiken, in allerlei toepassingen."

Persoonlijk weet ik niet goed wat ik ervan moet denken. Het wordt natuurlijk allemaal erg utopisch voorgesteld, maar hoe effectief zou dit schoolsysteem echt zijn? Ik ben sowieso geen voorstander van het feit dat Apple en de iPad er zo noodzakelijk bij worden betrokken. De iPad kan volgens mij best vervangen worden door een andere (Android- of merkloze) tablet, en dan zou de school niet langer moeten genoemd worden naar de CEO van een bepaald merk. Op die manier krijgen de kinderen ook niet meteen Apple ingelepeld vanaf hun geboorte, en wordt hun visie op de markt niet te eenzijdig beperkt/gestuurd.

Ik snap dat Van Uffelen pleit voor een school die ICT uitademt en die leerlingen beter voorbereidt om succesvol te functioneren in een wereld die steeds technologischer wordt, maar de Steve Jobs-school is in mijn ogen wel net een brug te ver. Misschien is dat omdat ik zelf op een klassieke manier onderwijs heb genoten, en ik daar best tevreden over was? Misschien is het inderdaad tijd voor een drastische ommezwaai en zullen de kinderen van tegenwoordig (en de toekomst) meer baat hebben bij een alternatievere, meer digitale opleiding. Wie zal het zeggen?

Toch sta ik nu nogal sceptisch tegenover het idee dat leerlingen vrijwillig (op tijd) naar school zullen gaan en in hun vrije tijd thuis zullen werken aan schoolprojecten, zonder al te veel tussenkomst van leraren of coaches. Het huidige schoolsysteem leert natuurlijk ook enige vorm van discipline aan, die in mijn ogen een beetje verloren gaat in het Steve Jobs-model. Ook zou het model zich aanpassen aan de specifieke leerbehoeften van elke leerling. Dit lijkt mij echter best een grote uitdaging voor de coaches. Wordt er zo eentje ingeschakeld per leerling? En moet zo'n coach dan dag en nacht de voortgang van zijn leerling checken op zijn iPad? Voor mij is het allemaal nog een ietwat utopisch idee, dat ik niet meteen gerealiseerd zie worden in België. Niet dat we er geen inspiratie van kunnen opdoen natuurlijk. Ik denk maar aan flexibelere schooltijden, het afschaffen van jaargroepen, meer kennis opdoen in de buitenwereld/aan de hand van ervaringen (en die dan delen met de klas), meer incorporatie van sport en spel in de schoolcontext, etc.

Van Uffelen's pleidooi voor het afschaffen van alle schoolboeken vind ik eveneens een beetje te drastisch. Ik begrijp dat het een grote kost en verspilling is, maar om nu volledig over te schakelen op digitaal leermateriaal vind ik geen goeie oplossing. Het blijven technologische snufjes. Wat als de batterij van je tablet plat is? Of je ogen doen pijn van te lang naar een scherm te staren? Call me old fashioned, maar ik ben nog steeds een voorstander van boek, pen en papier. Het handschrift biedt trouwens een heel aantal vernoemenswaardige voordelen. Een uiteenzetting over die voordelen bevinden zich in onderaan vermelde artikels.

De Steve Jobs-scholen hoeven voor mijn part geen intrede te doen in België, maar het geeft ons wel stof tot nadenken over de oubolligheid van ons huidig onderwijssysteem. We kunnen nadenken over hoe we eventueel veranderingen kunnen maken zodat de kinderen van nu leren omgaan met de technologische wereld waarin ze opgroeien. Een wereld die al weer enorm verschilt van de wereld waarin wij opgroeiden, nog geen 20 jaar geleden.

---------------------------------------------------------------

BRONNEN

opiniestuk Van Uffelen

model Steve Jobs-school

Onderwijs voor Nieuwe Tijden